Bent u onderweg met uw scootmobiel en nadert er in volle vaart een ambulance met sirene en zwaailicht? Weet u dan hoe u het beste handelt? Onze tips wat u als scootmobilist wel én niet moet doen als een hulpdienst een zwaailicht en sirene voert.
Hulpdienst met sirene en zwaailicht regels
Rijdt een ambulance, politieauto of brandweerwagen met een sirene en zwaailicht? Dan moet u als weggebruiker altijd voorrang verlenen. Dus ook als bestuurder van een scootmobiel. Dat staat in de wet. Dus alle weggebruikers moeten ruimte maken, zodat een hulpdienst erlangs kan. Maar, dat is niet altijd even makkelijk. Want, wat moet u doen als u met uw scootmobiel in een smalle straat rijdt en er komt plots een brandweerwagen met sirene en zwaailicht aangereden? Of u staat voor een rood stoplicht met uw scootmobiel en er nadert plots een politieauto op hoge snelheid met sirene en zwaailicht?
De ene weggebruiker blijft rustig en een ander raakt lichtelijk in paniek. Dat kan soms tot gevaarlijke situaties leiden. Om u als scootmobilist te helpen, hebben wij de belangrijkste regels en tips op een rij gezet.
Sirene en zwaailicht? Tips wat te doen als bestuurder van een scootmobiel
Tip 1: Houd u aan de verkeersregels
Allereerst is het belangrijk dat u zich houdt aan de geldende verkeersregels als bestuurder van een scootmobiel. Dus ook als een voertuig met zwaailicht en sirene nadert. Uw rijdgedrag is dan voorspelbaar voor de chauffeur van de hulpdienst en zo worden onveilige verkeersituaties voorkomen, is de algemene gedachte. Zo mag u als bestuurder van een scootmobiel dus niet door rood rijden en ook niet harder dan de toegestane snelheid. Een hulpdienst met sirene en zwaailicht hoeft de geldende verkeersregels niet op te volgen.
Tip 2: Blijf rustig
Een open deur, maar komt er een hulpverleningsvoertuig met zwaailicht en sirene aan? Raak dan zeker niet in paniek. Blijf kalm en rustig en breng uzelf en het overige verkeer niet in gevaar door onverwachte manoeuvres uit te halen. Bijvoorbeeld door plots stil te gaan staan of de stoep op te rijden.
Tip 3: Verleen altijd voorrang
Rijdt u met uw scootmobiel op een voorrangsweg en nadert er een hulpdienst op hoge snelheid met sirene en zwaailicht? Verleen dan altijd voorrang aan de hulpdienst. Ook als u voor een groen stoplicht staat. Want, een hulpdienst mag door rood rijden en kan dus van rechts of links komen.
Tip 4: Houd het veilig
Soms moet u in actie komen om een hulpdienst voor te laten gaan. Doe dit echter alleen wanneer dat ook veilig kan. Rijd dus niet plots een berm in of een stoep op, maar blijf zoveel mogelijk rechts op de weg rijden met de toegestane maximum snelheid tot u op een veilige manier ruimte kunt maken. Bijvoorbeeld door bij een parkeerhaven te parkeren. Laat dan overigens wel duidelijk zien wat u gaat doen door uw knipperlicht te gebruiken. Is de straat erg smal en kunt u echt geen ruimte maken? Dan zal de hulpdienst achter u blijven rijden. Raak dan dus niet in paniek, maar blijf rechts rijden met de toegestane snelheid. De hulpdienst zoekt dan zelf een eerstvolgende veilige mogelijkheid om u te passeren.
Tip 5: Vrije rijstrook
Nadert een hulpdienst met zwaailicht en sirene en is er een rijstrook naast u vrij? Laat deze dan ook vrij voor de hulpdienst.
Tip 6: Blijf op de rotonde rijden
Rijdt u met uw scootmobiel op een rotonde? Blijf dan op de rotonde rijden totdat het hulpverleningsvoertuig met sirene en zwaailicht de rotonde heeft verlaten. Vervolg daarna uw route zoals gepland.
Tip 7: Houd afstand tot uw voorganger
Zorg dat u altijd afstand houd van verkeer dat voor u rijdt. Want, mocht er onverhoopt een voertuig met sirene en zwaailicht naderen? Dan maakt u zo namelijk ruimte voor het voertuig van de noodhulpdienst om te passeren.
Tip 8: Rood verkeerslicht?
Staat u met uw scootmobiel voor een rood verkeerslicht? Kijk dan eerst of het hulpverleningsvoertuig zelf zijn weg kan vinden. Kan het voertuig er niet langs? Rijd dan een stukje naar voren om ruimte te maken voor het voertuig met zwaailicht en sirene. Passeert u in zo’n geval de stopstreep? Dat geldt niet als ‘door rood rijden’.
Tip 9: Blijf rechts rijden
Wenst een hulpdienst u te passeren? Blijf dan met uw scootmobiel op de weg rijden en houd zoveel mogelijk rechts. En let op, want na het passeren van één hulpverleningsvoertuig kunnen er nog meerdere volgen.
Meer hulpdiensten met sirene en zwaailicht
Niet alleen politieauto’s, ambulances en brandweerwagens gebruiken sirenes en zwaailichten. Er zijn meer hulpdiensten die daar gebruik van maken. Enkele voorbeelden zijn: ProRail, het Rode Kruis, Stichting Sanquin (bloedtransport) en het Arrestantenvervoer. Ook deze instanties moet u als weggebruiker en dus bestuurder van een scootmobiel voorrang verlenen als zij met sirenes en zwaailichten rijden.
Tot slot zijn er ook situaties waarin een hulpverleningsdienst alleen met een zwaailicht rijdt. Is daar sprake van? Dan heeft het voertuig géén voorrang.
Meer informatie over de regels plus het gebruik van zwaailichten en sirenes kunt u nalezen in: Regeling optische en geluidssignalen 2009.
Scootmobiel rijden: ervaring sirene en zwaailicht
Misschien denkt u: ik heb nauwelijks te maken met hulpdiensten die een sirene en zwaailicht voeren als ik scootmobiel rijdt. Echter, met een scootmobiel mag u zowel binnen als buiten de bebouwde kom rijden. Dit betekent dus dat u met uw voertuig niet alleen op het fiets-/bromfietspad, de stoep en het voetpad kunt rijden, maar ook op de rijbaan. Let wel: met een scootmobiel mag u geen gebruik maken van auto(snel)wegen. Verder moet u zich houden aan de verkeersregels van de weg waarop u met uw scootmobiel rijdt. Wenst u de verkeersregels nogmaals na te lezen? Zo gaat u veilig op pad met uw scootmobiel.
Welke ervaringen heeft u in het verkeer met uw scootmobiel wanneer een hulpverleningsvoertuig met sirene en zwaailicht nadert? Deel uw ervaringen en tips met andere scootmobielrijders via onze Facebookpagina.